Video opname’s in de collegezaal. Over het videocollege. (2006)

Op 14 november moest ik in Utrecht een voordracht houden op de zogenaamde ‘SURF onderwijsdagen 2006’. Mijn toespraak maakte deel uit van een sessie met de titel ‘De Grenzeloze Collegezaal’. De organisatoren, Maaike van Leijen van de UvA en Jan Tijmen Goldschmeding van de VU, was ter ore gekomen dat ik mijn complete colleges op video opnam en via Blackboard aan de studenten ter beschikking stelde. Ze wilden graag dat ik daarover iets vertelde aan een publiek van technische medewerkers in de ICT-branche en aan docenten van universitaire studies en HBO-opleidingen. Ik geef hier delen uit mijn voordracht weer, schrijf kort over de reacties vanuit de zaal en besluit met een oproep aan alle sociologie-studenten. 

In het najaar van 2004 nam ik enkele van mijn eigen colleges op met de eenvoudige digitale videocamera die ik een paar maanden eerder had gekocht met het oog op de komende vakantie. Ik zette in de collegezaal de camera op een fragiel statiefje naast me, tamelijk dichtbij, om mijn stem met de ingebouwde microfoon te kunnen opnemen. Een experiment met een losse microfoon, met een draadje verbonden aan de camera, mislukte: je hoorde alleen maar een diepe brom. Bij een ander college bleek de camera te zijn gedraaid: twee uur lang was alleen mijn buik in beeld. De mensen van de afdeling ICT zetten op mijn verzoek de vier colleges die niet mislukt waren, op Blackboard. Sommige studenten zeiden dat ze ernaar hadden gekeken. Vooral in de week van de nationale treinstaking waren de gedupeerden blij met deze mogelijkheid om thuis achter de computer toch nog het gemiste college te kunnen volgen.

In het voorjaar van 2006 zijn alle 15 hoorcolleges die ik in het tweede semester van het eerste jaar uitsprak op video opgenomen. Deze keer ging dat heel professioneel met een dure digitale camera, die werd bediend door een ervaren professional, terwijl mijn stem werd geregistreerd met een revers-microfoon, die draadloos verbonden was met de camera. Elke week werden de colleges, soms enkele uren reeds na de opname, op Blackboard gezet. De studenten keken soms op dezelfde avond al naar het college dat ze die middag hadden gehoord. In het nu lopende semester worden alle 15 eerstejaars-colleges en alle 15 tweedejaars-colleges opgenomen. Als in het komende voorjaar ook mijn tweedejaars-colleges in ST2B worden opgenomen staan er circa zestig hoorcolleges van de twee cursusjaren omspannende Sociologische Theorie-cyclus in een eerste ruwe, nog ongemonteerde versie op Blackboard.

Mijn bedoeling in de lente van 2006 was eigenlijk heel anders dan hoe het nu uitpakt. Ik wilde al mijn colleges als ruw basismateriaal opnemen; ik wilde een soort grondstof te hebben om mee verder te kunnen werken. Ik wilde er teksten overheen projecteren, links maken naar plekken waar je materiaal kunt ophalen over het besprokene, citaten inblenden, literatuurtips op inserts zetten, ik wilde er zelfs eigengemaakte filmpjes tussen plakken, bij voorbeeld in het Marx-college een opname van mezelf, staande voor het Karl Marx Geburtshaus in Trier. Het opnemen van de hoorcolleges was dus slechts het prille begin van een ambitieus project. Maar de medewerkers van de ICT-afdeling bedachten dat het misschien een goed idee zou zijn om de opgenomen colleges alvast op Blackboard te zetten. Ik ging daarmee accoord: kijk maar eens wat er gebeurt. Dat had onvoorziene en spectaculaire gevolgen. De studenten gingen tot mijn verrassing massaal de colleges op Blackboard bekijken. Daar had ik niet op gerekend; het was ook niet mijn bedoeling. Misschien juist wel omdat ik aanvankelijk weinig ruchtbaarheid had gegeven aan deze mogelijkheid, ging het als een lopend vuurtje rond onder de studenten: alle colleges zijn te zien op Blackboard. Ze keken gedurende het semester, maar vooral ook in de twee, drie weken voor het tentamen. Ze keken alleen, ze keken met hun ouders, ze keken met hun partner, soms zelfs liggend in bed, ze luisterden naar de colleges terwijl ze stonden te koken, ze keken nog een uurtje na afloop van Nova, degenen die het tentamen niet haalden in de zomer opnieuw bij het voorbereiden van de herkansing.

Datgene waarvoor ik het allerbangste was, gebeurde niet: ze bleven niet weg van college. Ook toen de studenten wisten dat ze alle colleges thuis op hun gemak konden horen en zien, bleven ze komen. Desgevraagd zeiden ze dat ze dat deden omdat het in de collegezaal toch persoonlijker, echter is, omdat ze me vragen konden stellen, omdat ze elkaar weer eens zagen.

Studenten die het tentamen moesten herkansen meldden dat ze veel profijt hadden van het feit dat ze bij het voorbereiden van de herkansing de colleges nog een tweede keer konden zien.

Aan de leerlingen op de middelbare school die overwegen om sociologie te gaan studeren zou je een paar van deze colleges beschikbaar kunnen stellen, vooral de eerste colleges van het eerste jaar. Dat geeft ze een goed idee van de moeilijkheidsgraad van eerstejaars colleges en ook geeft het ze een realistisch antwoord op de vraag of deze studie nou eigenlijk echt wel iets voor ze is.

In juni 2006 is dit experiment geëvalueerd. Ongeveer honderd studenten vulden de vragenlijst na afloop van het tentamen in. Ongeveer tachtig procent was positief of zeer positief over het gebruik van video in de collegezaal. Meer dan zestig procent was het zeer oneens met de stelling dat nu er video’s zijn de colleges wel kunnen worden afgeschaft. De vraag ‘Heb je de college-opnames wel eens aan niet-sociologie-studenten laten zien?’ werd door niet minder dan vijftig procent beantwoord met ja! Een meerderheid van de studenten stemde in met de stellingen: de video-opnames waren nuttig bij het voorbereiden van het tentamen, ze hielpen me bij het beter begrijpen van de stof, ik haalde er een beter resultaat door. Het betreffende tentamen werd verrassend goed gemaakt. Ongeveer tachtig procent haalde het, terwijl dat percentage gewoonlijk rond de zestig procent ligt, maar dat kan ook andere oorzaken hebben gehad…

Tot slot nog enkele antwoorden op de open vragen bij de evaluatie van het project onder de studenten. Ik citeer letterlijk:

* Het is een goede ondersteuning

* Ik mis de index functie.

* Ook al blijft het beter om de colleges live bij te wonen, het is wel handig als je een keer niet kan.

* Het hielp me bij het leren van het tentamen.

* Alles naluisteren werkt verhelderend, vooral als je je eigen aantekeningen niet meer snapt.

* Het is wel moeilijk om aandachtig te blijven via internet.

* Ik vind het goed om thuis mensen te laten zien hoe het er aan toe gaat aan de universiteit.

* Meneer van Heerikhuizen is veel te gefocussed op de camera. Er is minder vaak interactie tussen de groep en hem. Het lijkt alsof hij tegen de camera praat en niet tegen ons.

* Op deze wijze kan ik het college herzien met de tekst bij de hand. Ik zet Bart op pauze om in het boek dingen op te zoeken, waardoor beter begrip ontstaat.

* Gevaar is dat op het tentamen te gedetailleerde vragen worden gesteld, omdat de docent ervan uitgaat dat we alles drie keer hebben beluisterd.

* Het is wel handig, maar als je alles moet terugkijken…pffff… is wel lang hoor.

Hier eindigde mijn toespraakje in Utrecht. Het publiek reageerde positief. Van de aanwezige ICT-medewerkers hoorde ik tot mijn verbazing dat ik waarschijnlijk de enige docent in Nederland ben die complete colleges op video opneemt en onmiddelijk aan de studenten ter beschikking stelt. De docenten waren verrast over het feit dat de studenten ongemonteerde teksten zo gunstig waardeerden. Ze hadden altijd gedacht, net als ik, dat met snelle beelden verwende MTV-studenten dit middel pas zouden gaan gebruiken als de colleges waren upgepimpt tot onderhoudende videoclips. Maar dat is dus niet zo: studenten willen content en zijn uitgekeken op slicke vormgevings-hoogstandjes. Verschillende aanwezigen zeiden na afloop tegen me: wat een goed idee, dit ga ik nu ook eens uitproberen. Maar het leukst vond ik de docent die zei: als je die colleges wilt verfraaien met allerlei aanvullende beelden en geluiden, dan moet je dat niet zelf gaan doen, je moet daar opdrachten voor de studenten van maken. Laten zij maar naar het graf van Durkheim gaan met hun digitale camera, laten zij maar een reportage maken vanuit het huis waar Marx in Soho woonde, laten zij Habermas en Wallerstein maar zelf interviewen, laten zij jouw colleges maar aanvullen en uitbreiden, zo wordt immers ook de Wikipedia door de jaren heen steeds beter en beter…

Wat een goed idee! Daar had ik zelf nog nooit aan gedacht! Ik geef het hier maar even door. Belangstellenden zijn welkom op mijn spreekuur.

‘Video-opnames in de collegezaal’. In : Sociologisch Mokum. Jaargang 10 (2006-2007), nummer 2. december 2006. pp. 48-49