De grenzeloze collegezaal. Lezing over videocolleges, Utrecht, 2006

1. Ik geef aan de Universiteit van Amsterdam, sinds de invoering van de BaMa-structuur, een grote hoorcollegecyclus over sociologische theorie die doorloopt door het gehele eerste en het gehele tweede jaar van de Bachelor sociologie. Dat zijn dus in totaal zestig hoorcolleges van elk twee uur, 30 per jaar, 15 per semester. Soms maak ik me wel eens zorgen: wie kan die colleges geven als ik langdurig ziek word? Het programma hangt erg op mijn persoon en dat is niet goed. Dat was een van de redenen om na te denken over het opnemen van de colleges op video.

2. In het najaar van 2004 heb ik een paar van mijn eigen colleges zelf opgenomen, met de eenvoudige, maar wel digitale camera die ik had gekocht voor de vakanties. Camera op statief naast me, vrij dichtbij, om het met de cameramicrofoon te kunnen opnemen. De mensen van de afdeling ICT zetten op mijn verzoek vier van die colleges compleet op Blackboard en de effecten waren ongekend. De studenten waren er zeer enthousiast over. Vooral in de week van de nationale treinstaking was iedereen geweldig blij met deze mogelijkheid om toch nog thuis het gemiste college te kunnen volgen.

3. In het voorjaar van 2006 zijn alle 15 hoorcolleges die ik in het tweede semester van het eerste jaar gaf op video opgenomen. Elke week werden ze, soms enkele uren reeds na de opname, op blackboard gezet. De studenten keken soms op dezelfde avond al naar het college dat ze die middag hadden gehoord. In het nu lopende semester worden alle 15 mijn eerstejaars colleges opgenomen en ook alle 15 mijn tweedejaars colleges. Als in de lente mijn 15 tweedejaars colleges worden opgenomen staan ze alle 60 op video.

4. Mijn bedoeling in de lente van 2006 was eigenlijk heel anders dan het nu uitpakt. Ik wilde al mijn colleges ongemonteerd, zonder poespas, zonder enige toevoeging opnemen om een basis te hebben om mee verder te gaan werken. Ik wilde er teksten overheen projecteren, links maken naar plekken waar je materiaal kunt ophalen over het besprokene, citaten inblenden, literatuurtips op inserts zetten, ik wilde er zelfs eigengemaakte filmpjes tussen plakken, bij voorbeeld in het Marx-college een opname van mezelf staande voor het Karl Marx Geburtshaus in Trier, of in het Durkheim college een stukje uit de geluidsopname van het college dat Durkheim in 1914 gaf en dat is opgenomen. Het opnemen van de hoorcolleges was dus slechts het begin van een ambitieus project. Maar de mannen van ICT bedachten dat het wel een goed idee zou zijn om de opgenomen colleges alvast meteen op Blackboard te zetten en dat had gigantische gevolgen. De studenten gingen massaal de colleges op Blackboard bekijken. Daar had ik helemaal niet op gerekend, het was ook niet mijn bedoeling. Omdat ik weinig ruchtbaarheid had gegeven aan deze mogelijkheid ging het als een lopend vuurtje rond onder de studenten: alle colleges zijn te zien op blackboard. Ze keken lopende het semester, maar vooral ook in de twee, drie weken voor het tentamen. Ze keken alleen, ze keken met hun ouders, ze keken met hun partner liggend in bed, ze luisterden terwijl ze stonden te koken, ze keken nog een uurtje na afloop van Nova. En blijkens de evaluatie waren ze er in grote meerderheid enorm enthousiast over.

5. Datgene waarvoor ik het allerbangste was, gebeurde niet: ze bleven niet weg van college. Ook toen de studenten wisten dat ze alle colleges thuis op hun gemak konden horen en zien bleven ze komen en ook bleven ze college-aantekeningen maken. Desgevraagd zeiden ze dat ze dat deden omdat het in de collegezaal toch warmer, persoonlijker, echter is, omdat ze me vragen konden stellen, omdat ze elkaar weer eens zagen.

6. Studenten die het tentamen moesten herkansen meldden dat ze erg veel profijt hadden van het feit dat ze bij het voorbereiden van de herkansing de colleges nog een tweede keer konden zien.

7. Studenten op de middelbare school die overwegen om sociologie te gaan studeren zou je een paar van deze colleges beschikbaar kunnen stellen, vooral de eerste colleges in het eerste jaar. Dat geeft ze een goed idee van de moeilijkheidsgraad van eerstejaars colleges en ook geeft het ze antwoord op de vraag of deze studie nou eigenlijk echt wel interessante dingen omvat.

8. De colleges zijn opgenomen door ons ICTO-team, in overleg met mij en met de directeur van het onderwijsinstituut. De kosten die ervoor zijn gemaakt zijn onttrokken aan het AIM grassrootsproject. De kosten bedroegen ongeveer 1300 Euro. Dat zat vooral in het huren van de mobiele opnameset en personeelskosten.

9. Enkele antwoorden op de open vragen bij de evaluatie van het project onder de studenten
Het is een goede ondersteuningIk mis de index functie. Daar gaan we iets aan doen.

Ook al blijft het beter om de colleges live bij te wonen, het is wel handig als je een keer niet kan.

Het hielp me bij het leren van het tentamen.

Alles naluisteren werkt verhelderend, vooral als je je eigen aantekeningen niet meer snapt.

Het is wel moeilijk om aandachtig te blijven via internet.

Ik vind het goed om thuis mensen te laten zien hoe het er aan toe gaat aan de universiteit.

Meneer van Heerikhuizen is veel te gefocussed op de kamera. Er is minder vaak interactie tussen de groep en hem. Het lijkt alsof hij tegen de kamera praat en niet tegen ons.

Op deze wijze kan ik het college herzien met de tekst bij de hand. Ik zet Bart op pauze om in het boek dingen op te zoeken, waardoor beter begrip ontstaat.

Gevaar is dat op het tentamen te gedetailleerde vragen worden gesteld omdat de docent ervan uitgaat dat we alles drie keer hebben beluisterd.

Het is wel handig, maar als je alles moet terugkijken…pffff… is wel lang hoor. Desondanks ben ik er wel positief over.

10. De kwantitatieve gegevens van de evaluatie onder de circa honderd studenten die de vragenlijst invulden leverde op dat zo’n zestig procent colleges online had bekeken, omdat ze niet in staat waren geweest om erbij aanwezig te zijn. Ongeveer tachtig procent was positief of zeer positief over het gebruik van video in de collegezaal. Meer dan zestig procent was het zeer oneens met de stelling dat je nu er video’s zijn de colleges wel kunnen worden afgeschaft. De vraag: heb je de college-opnames wel eens aan niet sociologie studenten laten zien werd door 50 procent beantwoord met ja. Een groot aantal studenten stemde in met de stellingen: de video-opnames waren nuttig bij het voorbereiden van het tentamen, ze hielpen me bij het beter begrijpen van de stof, ik haalde er een beter resultaat door. Het betreffende tentamen werd verrassend goed gemaakt. Ongeveer tachtig procent haalde het, terwijl dat percentage gewoonlijk rond de zestig procent ligt, maar daaraan is natuurlijk nog geen conclusie te verbinden.

11. Intussen heb ik ook wat ervaring opgedaan met het omgekeerde. In februari van dit jaar organiseerde de UvA voor zestig Master studenten een openbaar debat tussen twee bekende sociologische auteurs: Dick Pels en professor Jan Willem Duyvendak. Die gingen elkaar twee uur lang te lijf. Een half jaar later, in september en oktober 2006, organiseerde ik zes nieuwe debatten voor een volgende groep masterstudenten. Maar Pels en Duyvendak nog een keer vragen, dat ging niet, want de ene zat in de VS. Bovendien: het zijn geen apen die elke keer hetzelfde kunstje laten zien. Toch heb ik ze hun oude debat laten herhalen. Dat was namelijk destijd helemaal op video opgenomen. Ik heb dat vertoond met beamer en groot scherm in een collegezaal in de Oude Manhuis Poort en daarna heb ik nog met de studenten gediscussieerd over wat ze zojuist gezien hadden. Dat beviel iedereen zeer goed. Uit de evaluaties kwam naar voren dat ze dit virtuele debat het spannendste hadden gevonden van de hele reeks, interessanter dan de vijf debatten met echte mensen van vlees en bloed.

Voordracht in Utrecht over het video college-opname project. Case 1 tijdens de preconferentie onderwijsdagen, sessie van Maaike van Leijen-de Vos (UvA) en Jan Tijmen Goldschmeding (VU) De grenzeloze collegezaal: captured lectures en wat doen we ermee? 2006