Berichten

De Christen-Unie-jongen en het porno-meisje. Over de civilisatietheorie van Elias (2008)

Elke vijf jaar wordt het lezersbestand van Sociologisch Mokum vrijwel volledig vervangen en zo hoort het ook: oude studenten halen hun master-bul; nieuwe studenten beginnen aan hun eerste jaar. Voor mij heeft dat wel een nadeel. Ik kan hier niet verwijzen naar een stukje dat ik negen jaar geleden in dit blad heb geschreven, want de meeste lezers van nu zaten toen nog op de lagere school. Omdat ik deze keer iets wil schrijven over het recente debat rond de film Deep Throat, zit er niets anders op dan twee alinea’s te citeren uit een artikel dat ik publiceerde in SoMo, jaargang 2, nummer 4, juni 1999, pagina 31-32:

‘[In het begin van de jaren zeventig voelde een groep Amsterdamse sociologen zich sterk] aangetrokken tot de civilisatietheorie van Norbert Elias. Ze zagen dat die theorie een heleboel sociologische vragen en dilemma’s oploste die in andere benaderingen, inclusief het in sommige opzichten verwante marxisme, problematisch bleven. Maar al gauw bleek dat het werk van Elias kon worden bekritiseerd met dezelfde argumenten waarmee het marxisme was aangevallen. Eén van de discussies ging over naaktheid en seksualiteit. Uit het werk van Elias had men opgemaakt dat het tonen van het naakte lichaam in Noord-West Europa in de periode van ongeveer 1400 tot ongeveer 1800 aan steeds sterkere restricties onderworpen was geraakt. De vraag was nu of dit proces zich had voortgezet in de 19de en 20ste eeuw. Elias was daarover niet helemaal duidelijk, maar veel van zijn leerlingen verdedigden de stelling dat in Nederland het civilisatieproces nog altijd verliep in de door Elias omschreven richting. Maar in de jaren zeventig leken de beperkingen op het tonen van het naakte lichaam nu juist te verdwijnen: in de TV-programma’s die Wim T. Schippers maakte voor de VPRO trad soms een stripteaseuse op en in het weekend bezocht menige student het naaktstrand ten zuiden van Zandvoort. Hierop antwoordden sociologen die het werk van Elias inspirerend vonden, dat deze ontwikkelingen de theorie veeleer bevestigden dan weerlegden. Onze zelfcontrole is in de 20ste eeuw zo hoog gestegen dat het vertonen van naaktheid nu mogelijk wordt, zonder dat mensen bang hoeven te zijn dat het zal leiden tot seksuele avance’s. (…) Deze poging om de theorie te beschermen tegen onwelkome feiten bezorgde de [aanhangers van het falcificationistische wetenschapsmodel van Karl Popper] een field day. Ziejwel, riepen ze, dit toont aan dat die Elianen net zo onwetenschappelijk zijn als de Freudianen of de Marxisten. Nemen de restricties op het tonen van het naakte lichaam toe? Dat bewijst dan dat het civilisatieproces voortschrijdt. Nemen die beperkingen op naaktheid juist af? Dat toont dan aan dat het civilisatieproces nog sneller verloopt dan we hadden gedacht. Welke feiten er ook naar voren worden gebracht, de aanhangers van Elias weten ze met virtuositeit op te voeren als ondersteuning van hun theorie. Daarmee hebben ze hun theorie geïmmuniseerd. En dus hebben we hier volgens de criteria van Popper te maken met namaak-wetenschap.

Het moet omstreeks 1978 zijn geweest dat ik een derdejaars werkgroep gaf waarin de emoties hierover hoog opliepen. Ikzelf verdedigde de civilisatietheorie met overtuiging. Afkomstig uit een gezin waarin naast het pacifisme en het socialisme ook het nudisme enthousiast werd beleden, leek het me vanzelfsprekend dat het verminderen van het taboe op naaktheid mogelijk was geworden door steeds sterkere zelfdwang. Een student die zijn Popper goed kende daagde me uit om een feit te noemen dat mij ertoe zou dwingen om te erkennen dat het civilisatieproces niet verder voortschreed, dat misschien die hele theorie van Elias als weerlegd moest worden beschouwd. Ik zei toen: ‘Als je in een TV-programma mensen zou zien neuken, dan zou dat volgens mij wél een falsificatie zijn van de civilisatietheorie.’ Ik herinner het me zo goed, omdat ik er geweldig trots op was dat ik in een werkgroep dat schuttingwoord in de mond durfde te nemen. In het debat dat er op volgde begonnen ook de studenten het woordje hardop uit te spreken en iedereen voelde zich erg vooruitstrevend. Het is de vraag of we dat waren, want tegenwoordig gebruikt men in werkgroepen het bargoense vocabulair allang niet meer.’ Einde van het citaat uit 1999.

De reden om dit stukje hier te copiëren, zal duidelijk zijn: in de nacht van 23 op 24 februari 2008 zonden de VPRO en BNN een pornografische film uit: Deep Throat. Heel Nederland kon omstreeks middernacht kijken naar filmbeelden over welker kwaliteit valt te twisten, maar niet over de inhoud. Dit was ontegenzeggelijk hardcore pornografie.

Tijdens een bijeenkomst van ‘De Andere Blik’ op 27 maart 2008 in de Common Room van het Spinhuis is over deze TV-uitzending uitvoerig gedebatteerd. Twee antropologie-studentes, Parel Feddema en Amber Vecht, vertelden over de bidstonden, die de stichting Schreeuw om Leven bij een Hilversumse zendmast had georganiseerd op de avond dat Deep Throat werd uitgezonden. Ze hadden bij die gelegenheid interessante waarnemingen gedaan. Ook ik mocht iets zeggen. Het onderstaande is de uitwerking van een gedachte die tijdens die avond bij me opkwam.

Voorafgaand aan de vertoning van Deep Throat presenteerde de omroep BNN een speciale aflevering van het programma ‘Spuiten en Slikken’, voor deze bijzondere gelegenheid omgedoopt tot ‘FF slikken’. Presentatrice Sophie Hilbrand interviewde Sofia Valentine, een Nederlandse porno-actrice, Rogier Havelaar van de stichting Perspectief, de jongerenvereniging van de Christen Unie, en de schrijver Joost Zwagerman. Rogier Havelaar, 24 jaar oud,  bleek een welbespraakte, televisiegenieke en intelligente jongeman, die meeslepend uitlegde waarom hij fel gekant was tegen pornografie. Hij vertelde desgevraagd dat hij zelf  nog geen seksuele ervaringen had opgedaan en dat het daar wat hem betreft ook niet van zou komen, totdat hij het vriendinnetje van zijn dromen had gevonden en eerst netjes met haar was getrouwd. Seks was nu eenmaal iets voor binnen het huwelijk.

Sofia Valentine, de porno-actrice, 25 jaar oud, vertelde hoe ‘onwijs lekker’ het is om ‘te deep throaten’. Ze zei stralend dat ze een geweldig leuk beroep had, een ‘baan die nooit verveelt’ en dat ze dus ook nooit ‘sjachrijnig naar haar werk ging’. Ze had geen enkel bezwaar tegen zogenaamde bukkake films waarin tientallen mannen tegelijkertijd klaarkomen op het gezicht van een meisje, maar zelf wilde ze liever niet aan zulke films meedoen, ‘want ik haal daar zelf geen kick uit, ik haal mijn kick weer uit andere dingen’.

Vervolgens ontstond er een door Sophie Hilbrand geleid gesprek tussen de Christen Unie-jongen en het porno-meisje. Wat daarin sterk opviel, was de buitengewone hoffelijkheid waarmee ze elkaar bejegenden. De porno-actrice zei: ‘Ik denk dat iedereen zijn eigen mening heeft en ik denk dat dat ook heel erg belangrijk is. Ik bedoel: jij gelooft in wat jij gelooft en ik geloof dat je ook seks kunt hebben zonder liefde’. De Christen Unie – jongen zei een paar keer dat zijn jongerenvereniging pornografie beslist niet wilde verbieden, dat hij erg voor de vrijheid van meningsuiting was, maar dat hij het heel belangrijk vond om over deze kwesties openhartig te discussiëren. Hij zei: ‘Dat is juist wat ik zo goed vind aan dit programma’. Het zou volgens hem heel dom zijn om pornografie te verbieden, ‘want dan krijg je meteen weer die reactie van: o daar heb je die christenen weer met hun opgeheven vingertje.’ Hij wilde graag meer weten over het sociale milieu waarin het porno-meisje verkeerde, want, zo legde hij uit: ‘Het is voor mij een heel andere wereld, die ik niet ken, zoals je niet zal verbazen, dus ik ben wel benieuwd om te weten hoe het er daar aan toegaat en wat jou beweegt om dit te doen’.

Een dergelijke discussie zou in 1975 op de Nederlandse televisie onmogelijk zijn geweest. Zou de christelijke jongen toen zijn geïnterviewd in een vooruitstrevend VPRO-programma met publiek, dan zou hij zijn weggehoond als een achterlijke sukkel. Het porno-meisje met haar verhalen over blow jobs en bukake films zou nergens aan het woord hebben kunnen komen, ook niet in het meest vrijgevochten televisie-programma, ook niet in het meest libertijnse tijdschrift. En het is al helemaal ondenkbaar dat deze twee mensen in één programma aan één tafel zouden hebben gezeten en elkaar met veel vertoon van respect en belangstelling zouden hebben laten uitspreken

De theorie van Elias leert dat zo lang het civilisatieproces voortschrijdt mensen meer en meer gedwongen worden om rekening met elkaar te houden. Steeds weer houden de manierenboekjes de lezer voor: als wat de ander zegt of doet je walging of je lachlust wekt, houd je dan in, geef niet toe aan je primaire emoties, houd je gezicht in de plooi, gedraag je beschaafd. De Christen Unie -jongen liet helemaal niets merken van enigerlei gevoel van afkeer bij de verhalen van het porno-meisje over haar professionele bezigheden. Je kreeg de indruk dat dat al zozeer een automatisme bij hem was geworden, dat het hem geen moeite kostte om een uitdrukking van oprechte belangstelling op zijn gezicht te doen verschijnen, wanneer zij dingen vertelde die op hem, gezien zijn levensinstelling, een walgelijke indruk zouden kunnen maken. Het porno-meisjes liet helemaal niets merken van enigerlei gevoel van afkeer bij het aanhoren van de in haar ogen preutse en ouderwetse opvattingen van de Christen Unie – jongen. Je kreeg de indruk dat dat al zozeer een automatisme bij haar was geworden, dat het haar geen moeite kostte om een uitdrukking van oprechte belangstelling op haar gezicht te doen verschijnen, wanneer hij dingen vertelde die op haar, gezien haar levensinstelling, een bespottelijke indruk zouden kunnen maken.

Op 23 februari 2008, in de aflevering van Slikken en Spuiten die vooraf ging aan de vertoning van de film Deep Throat, werd weer eens duidelijk dat we ons nog steeds in een civilisatieproces bevinden en dat het einde van dat proces nog lang niet in zicht is.

‘De Christen-Unie-jongen en het porno-meisje’. In: Sociologisch Mokum. Jaargang 11 (2007-2008), nummer 4 [op de cover staat abusievelijk: jrg. 11, nr. 3], april 2008. pp. 38-39. Herdrukt in: Bart van Heerikhuizen, Multoblaadjes. Diemen: AMB, 2013. pp. 139-144.