Berichten

Stof voor sociologen. Over de TV-reeks van Bas Haring (2006)

Slechts twee keer in mijn leven heb ik fanmail verstuurd: in 1954 zond ik een briefje aan Annie M. G. Schmidt te Berkel-Rodenrijs, om haar te bedanken voor de gedichten in de bundel Ik ben lekker stout en in 2004 stuurde ik een mailtje naar Bas Haring om hem te complimenteren met het programma Stof. Die reeks was echt een innovatie op de televisie. De vijf afleveringen hadden titels-in-vraagvorm die trefzeker waren in hun bedriegelijke eenvoud: ‘waarom willen we niet dood?, wie mag je slaan?, waarom werken we zo hard?, zijn we de enigen met een geest?’ en als uitsmijter niets minder dan: ‘wat is de zin van het leven?’ Bas Haring, een jongensachtige filosoof, die populair-wetenschappelijke boeken schreef over de evolutieleer en over het brein, sprak met aanstekelijk enthousiasme en veel kennis van zaken over die vragen. Maar de programma’s bevatten ook voortreffelijk geselecteerd beeldmateriaal, gedeeltelijk afkomstig uit komische shows, drama-series of oude journaalafleveringen en gedeeltelijk zelf gefabriceerd. Zo stelde Haring in de aflevering ‘Wie mag ik slaan’ aan een commandant van de M.E. deze vragen: ‘wanneer mag je iemand slaan?, heeft U wel eens iemand geslagen?, is het vervelend om iemand te slaan?’ Maar het indrukwekkendst in diezelfde aflevering waren een interview met een varkensslager en met een man die zijn vrouw had doodgestoken. De makers hadden die gesprekken door elkaar heen gemonteerd, wat een verontrustend en vervreemdend effect opleverde. En dan kwam meteen de presentator er weer zelfrelativerend overheen: ‘Het is misschien een beetje flauw om een moordenaar met een varkensslager te vergelijken, maar waar het me om gaat is…’ Ik vond het op de Nederlandse televisie de sensatie van 2004!

In de aflevering ‘Wie mag ik slaan’ ging het over de tien geboden en over de vraag hoe je kunt weten wat de juiste ‘normen en waarden’ zijn, maar je zou natuurlijk ook heel andere kanten op kunnen gaan en bij voorbeeld de vraag kunnen stellen hoe die gedragsvoorschriften zijn ontstaan en wat maakt dat veel mensen ze als vanzelfsprekend zijn gaan ervaren. Bas Haring is nu eenmaal een filosoof van huis uit en dit programma liet zien hoe een geboren en getogen filosoof zulke vragen benadert. In die zin was het ook de best denkbare reclame voor de filosofie, een discipline die door Haring rigoureus werd ontdaan van het onverdiende imago van saaiheid en stoffigheid. Maar een socioloog, antropoloog of historicus zou andere aspecten belichten.

En daarom verlang ik naar een televisieserie met dezelfde formule, maar dan uitgewerkt door een jonge socioloog, die even inspirerend en verrassend associeert als Bas Haring. Zulke sociologen zijn er: ik zie het Stef Aupers, Peter Mascini of Giselinde Kuipers wel doen. De titels van vier afleveringen zijn reeds nu te vinden op pagina 124 van een boekje uit 1974, Balans van de sociologie van Johan Goudsblom, waar hij vier ‘probleemgebieden’ onderscheidt: de solidariteit: ‘wie horen bij wie?’, de hiërarchie of rang, ‘wie zijn superieur aan wie?’, de arbeidsverdeling: ‘wie doen wat, en voor wie?’, en het bezit: ‘van wie is wat’.

Van wie is wat? Het format van de serie ‘Stof’ is natuurlijk bedacht door Bas Haring en zijn medewerkers. Wil je voor een serie rond sociologische vragen gebruik maken van hun briljante formule, dan zul je daar voor moeten betalen. Maar dat is terecht: Haring en de zijnen hebben op eigen houtje een heel nieuw soort televisie verzonnen, net zoals in de jaren vijftig een nieuw soort kinderliteratuur werd uitgevonden door een mevrouw in Berkel-Rodenrijs.

Overigens beantwoordde Bas Haring mijn fanmail met een vriendelijk bedankje, net zoals Annie M.G. Schmidt dat deed, een halve eeuw eerder…

‘Stof voor sociologen’. In: Facta, jaargang 14, nummer 3. september 2006. p. 21.