Mee moeten naar de Mattheus. Over de passie-muziek van Bach (2014)
Voor iemand die de Mattheus Passion een prachtig muziekstuk vindt, bestaat er natuurlijk niets leukers dan de kaartjes voor het concert al weken vantevoren feestelijk op het prikbord te zien hangen. Zoals het voor wie niet van Bach’s passiemuziek houdt ook erg prettig moet zijn om juist geen kaartje te hebben. Maar ik wil me hier even richten tot een vaak vergeten tussen-categorie: degenen die mee móeten. Het kan bij voorbeeld zijn dat je met je ouders mee moet of dat de baas kaartjes voor de hele afdeling heeft geregeld. Het is ook mogelijk dat je je verheugt op een spannende avond met een woest aantrekkelijk persoon, maar die heeft verzonnen dat het misschien wel leuk zou zijn om eerst ‘een Mattheusje te doen’. Nou ja, je moet er wát voor over hebben… Tot die mensen zou ik willen zeggen: make no mistake, het valt niet mee. Deze compositie duurt lang, wel drie keer zo lang als de allerlangste symfonie van Beethoven. Al die da capo aria’s zijn prachtig, maar als je niet zo bekend bent met deze muziek ga je je toch echt een beetje ergeren aan de herhalingen. Ik denk niet dat er een spoiler alert afgaat, als ik onthul dat het niet goed afloopt met de hoofdpersoon. Die gaat dood en wel op een erg nare manier. Bovendien zit de Mattheus, net als de Johannes Passion, vol met vileine antisemitische uithalen; mijn oude Joodse huisarts, een geweldige amateur-violist, was verzot op Bach, maar de Johannes en de Mattheus sloeg hij liever over. En dan kleeft er aan die Mattheus in Nederland nog iets anders: het is een stuk dat verbonden is met een bizar Paas-ritueel. Ministers en CEO’s in de kerk van Naarden, uitvoeringen door het hele land, bezoekers die met de partituur op schoot zitten, wat ze nooit zouden doen bij een ander stuk. Als de chocolade haasjes bij Albert Heijn in de schappen liggen, dan weet elke Nederlander: de stoomboot met Bach is onderweg.
Maar wat diegenen die zich er in hebben laten luizen ook nog niet weten is iets heel anders. Beste meeloper, je neemt het risico om recht in het hart geraakt te worden door deze ongelooflijke muziek. Je zit te sidderen op je harde stoeltje bij het koor dat het uitschreeuwt: het is toch eigenlijk krankzinnig, zingen ze, dat als Jezus wordt doodgemarteld, er geen daverend onweer uitbreekt, met bliksemschichten en donderslagen? En misschien voel je dan ineens, tot je eigen schrik, tranen opwellen, tranen die iets te maken hebben met het onverwachte overlijden van iemand op wie je erg gesteld was… en dat je toen ook dacht: hoe is het mogelijk dat de hele wereld maar gewoon door blijft draaien, dat iedereen normaal naar zijn werk gaat, op zo’n gruwelijke dag als deze?
Toen ik als kind met mijn moeder mee moest naar de Mattheus, raakte ik enorm onder de indruk van Petrus, die zijn geliefde leermeester al drie keer had verraden, nog voordat de haan kraaide. En daarna huilde hij bitterlich, zoals er in het Duits staat, en dat kon ik me als tienjarige goed voorstellen. Het is zo makkelijk om mee te kletsen met mensen die kwaad spreken over iemand die je eigenlijk heel hoog hebt zitten,daar was ik toen al achter gekomen. En dat je je daarna zo’n valse verrader kunt voelen, dat wist ik ook. Maar ik zou nooit zo onder de indruk zijn geraakt van die bittere tranen als Bach het huilen niet zo beeldend muzikaal in het recitatief zou hebben geïllustreerd.
Het hielp dat mijn moeder me vantevoren een paar dingen over de passiemuziek had verteld. Dat kan ik iedereen aanbevelen: bereid je er een beetje op voor, lees een paar stukjes op het internet over het passieverhaal, wanneer je daarmee niet bent opgevoed, neem een kijkje op de vele sites van Bach-fans en Mattheus-experts. Maar als je die kleine investering pleegt, dan mag je rekenen op een enorme muzikale uitkering, een ervaring die je je hele leven niet meer zult vergeten.
De kans is groot dat je zo diep geraakt wordt, dat je het het volgend jaar opnieuw wilt meemaken en het jaar erna weer. En voor je het weet ben je opgenomen in die Bach-draaimolen en ben jij het zelf die met Pasen iemand anders uitnodigt om mee te gaan. Dan moet je invité drie uur lang op zo’n harde kerkbank zitten en zich door de muziek laten vervoeren. En zo plant de liefde voor dit wonderbaarlijke stuk zich eindeloos voort, van mens op mens, van generatie op generatie.
Ik wens iedereen veel plezier, vooral de meelopers, en vergeet niet om een kussentje en misschien een dekentje mee te nemen, want het is een lange zit en het kan koud optrekken in zo’n kerk.
‘Mee moeten naar de Mattheus.’ Column voor Theater TaqaDeVest in Alkmaar, 2014, uitgesproken in een videoclip.