Beromünster. Over internetradio. (2010)
Toen er nog geen email bestond waren de postvakjes elke ochtend overvol. Notulen en nota’s, agenda’s en actieplannen, papers en planningsoverzichten. `En dat moet ik nou allemaal weer gaan lezen’, klaagde ik omstreeks 1985 tegen de naast mij staande socioloog. ‘Nee hoor’, antwoordde Bram de Swaan, ‘dat hoef jij niet allemaal te lezen. Het gaat er om dat je dat éne stukje er tussenuit vist dat écht belangrijk is.’
Soms koop ik een computerblad om te controleren of ik niet een vernieuwing dreig mis te lopen. Ik worstel me door stukken over virusbeschermers en data-dragers. Dat je met de nieuwste generatie computers kunt inloggen op wereldwijd gespeelde computergames en daarbij van vlijmscherpe HD-beelden en surround-geluiden kunt genieten, dat trekt mijn aandacht niet – ach, ik zal die spellen nooit spelen, ook al zijn ‘gamers-communities’ voor de socioloog boeiend onderzoeksmateriaal. Maar ineens viel mijn oog op een klein stukje dat me hevig interesseerde; het ging over de radio. Je hebt oude media (kranten, post, telefoon) en nieuwe media (internet, email, sms), maar de radio zit daar een beetje vreemd tussenin. Toch is radio een snel medium: hangt er een gifwolk boven het Botlekgebied, dan grijpt iedereen naar de radio. Maar het is ook een medium dat sociologische en historische diepgang kan bieden, zoals blijkt uit het programma OVT op de zondagmorgen. Bach, Marx, de trein, het hoorcollege en de radio hebben gemeen dat ze al vele malen zijn afgeschreven en dat ze steeds weer terugkomen.
Beromünster. Titel van een novelle van Wim Noordhoek uit 1972. Iedereen boven de zestig herkent dat magische woord. Beromünster was de naam van een Zwitsers zendstation dat op de middengolf-afstemschaal van elk radiotoestel stond, helemaal aan de rechterkant (op sommige radio’s juist uiterst links). Eindeloos kon je als jochie van 12 langs die stations gaan – de term zappen bestond toen nog niet – op zoek naar iets bijzonders, bij voorbeeld de jazz van The Voice of America. Misschien moet je het frustrerende van zo’n zoektocht zelf hebben meegemaakt om de revolutie die zich thans, tamelijk onopgemerkt, bij de radio voltrekt, in zijn volle omvang te kunnen waarderen.
Het is nu mogelijk voor iedereen die een online-computer bezit om niet honderden maar tienduizenden radiozenders van over de hele wereld in glasheldere stereo geluidskwaliteit te ontvangen. Beroemde nationale zenders van de BBC, de Franse staatsomroep, de Amerikaanse networks, maar ook kleine gespecialiseerde zenders, die vaak alleen maar op het internet te vinden zijn. Zo blijken er wel acht zenders te bestaan die de hele dag liedjes van de Beatles uitzenden en er is zelfs een zender die 24 uur per dag het gezang van vogels laat horen. Maar ook al die zenders die sociologisch interessante programma’s uitzenden en waar je destijds, tijdens een sabbatical in de VS of in Australië, met belangstelling naar luisterde, zijn nu storingsvrij in Nederland te ontvangen.
Sinds een half jaar bezit ik een zogenaamde internetradio, die mooi samenspant met mijn computer. France Culture, BBC3, WDR3, het komt allemaal storingsvrij uit twee verbaasde, dertig jaar oude boxjes. Beromünster bleek niet meer te vinden: die is in december 2008 gestopt met uitzenden. Maar daar staat veel tegenover. Als je de zender Jazz Wyoming uit Laramie zachtjes op de achtergrond aan hebt staan, kan het je zomaar overkomen dat de uitzending middenin wordt onderbroken door een metalige stem die meldt dat er een wervelstorm recht op je af komt.
‘Beromünster’. Over internetradio. In: Sociologie Magazine. Jaargang 18, nr. 3, september 2010. p.10.